SluitenSluiten
Primair onderwijs

Primair onderwijs

Veelgestelde vragen

Vragen van ouders

Wat is een vaardigheidsniveau?

Het vaardigheidsniveau maakt duidelijk hoe jouw kind scoort ten opzichte van andere kinderen in Nederland die in dezelfde jaargroep zitten. Cito hanteert twee verschillende niveau-indelingen:
  • A t/m E
    Om je een idee te geven: 25 procent van alle kinderen scoort A (de hoogste score), 10 procent van alle kinderen scoort een E (de laagste score).
  • I t/m V (Romeinse cijfers voor 1 t/m 5)
    Hier is de indeling net ietsje anders: 20 procent van alle kinderen scoort I (de hoogste score), 20 procent van alle kinderen scoort een V (de laagste score).
De scores geven dus niet aan of het niveau van jouw kind goed, voldoende of onvoldoende is. De scores vertellen alleen hoe jouw kind het doet ten opzichte van anderen.

Wat is een functioneringsniveau?

Het functioneringsniveau is het niveau waarop de gemiddelde Nederlandse leerling op het toetsmoment presteert. We geven een voorbeeld:
Justin zit in groep 5. In januari maakt hij de toets Begrijpend lezen. Dat is de M5-toets (midden groep 5). De vaardigheidsscore van Justin bij deze toets is 8. De gemiddelde leerling in Nederland heeft deze vaardigheidsscore bij de M4-toets (midden groep 4).
Wat zegt dit over Justin? Zijn vaardigheid voor begrijpend lezen is vergelijkbaar met het gemiddelde kind halverwege groep 4. We zeggen dan: het functioneringsniveau van Justin is M4.

Wat zijn referentieniveaus?

In Nederland gelden referentieniveaus voor taal en rekenen. Vanaf groep 6 krijgt ook jouw kind daarmee te maken. Er zijn drie niveaus:
  • 1F. Dit is het fundamentele niveau (het basisniveau) voor taal en rekenen. Het overgrote deel van de leerlingen moet ten minste dit niveau beheersen aan het eind van de basisschool.
  • 1S. Dit is het streefniveau voor taal. Het ministerie van Onderwijs heeft de ambitie dat zoveel mogelijk kinderen ook dit niveau halen.
  • 2F. Dit is het streefniveau voor rekenen. Het ministerie van Onderwijs heeft de ambitie dat zoveel mogelijk kinderen ook dit niveau halen.

Wie volgt de ontwikkeling van mijn kind?

De leerkracht volgt de ontwikkeling van jouw kind door gebruik te maken van verschillende informatiebronnen, zoals:
  • observaties
  • werkjes en opdrachten
  • beurten
  • toetsen
De leerkracht gebruikt al die informatie om jouw kind verder te helpen. Met de juiste lesstof, instructie, oefeningen, hulp en ondersteuning.

Welke toetsen zijn er?

Op school maakt jouw kind regelmatig toetsen. Er zijn toetsen die bij een lesmethode horen. Dat noemen we methode-gebonden toetsen. Daarnaast zijn er methode-onafhankelijke toetsen. Er zijn verschillende methode-onafhankelijke toetsen. De Cito-toetsen zijn het meest bekend. Wat is nou eigenlijk het verschil tussen methode-gebonden toetsen en de methode-onafhankelijke toetsen?

De methode-gebonden toets
  • Deze toets hoort bij de lesmethode die de school van jouw kind gebruikt. Bijvoorbeeld de methode voor rekenen, spellen of wereldoriëntatie.
  • Deze toets vindt regelmatig plaats. Bijvoorbeeld na een blok of na een paar weken.
  • De toets meet welke onderdelen van de leerstof uit deze periode jouw kind al beheerst.
  • Veel kinderen scoren hoog bij deze toets.
De methode-onafhankelijke toets
  • Deze toets hoort niet bij een lesmethode.
  • Deze toets vindt meestal twee keer per jaar plaats.
  • Deze toets meet de vaardigheid van jouw kind op een bepaald domein. Bijvoorbeeld lezen, spelling, rekenen-wiskunde, Engels, leerhouding en werkhouding. Daarom spreken we ook wel over een vaardigheidstoets.
  • Deze toets laat de groei van jouw kind over een langere periode zien.
  • De toets is gebaseerd op landelijke kerndoelen en landelijke referentieniveaus, die gelden voor alle kinderen op de basisschool.
  • De toets bevat opgaven die jouw kind eigenlijk nog niet hoeft te kunnen. Zo weet de leerkracht wat je kind al kan en wat je kind nog niet kan. Door een slimme combinatie van vragen, maakt de toets duidelijk hoe jouw kind het doet ten opzichte van het landelijke gemiddelde.

Mijn kind doet het heel goed op methode-gebonden toetsen, maar niet bij de Cito-toetsen. Hoe komt dat?

Beide toetsen hebben een ander doel en meten verschillende dingen.
  • Met de methode-gebonden toetsen kijkt de leerkracht of jouw kind de lesstof van de afgelopen periode goed beheerst. Als jouw kind de stof goed beheerst, zal hij of zij bijna alle opgaves goed maken.
  • De methode-onafhankelijke toetsen van Cito gaan niet over de lesstof die net behandeld is. In deze toets zitten ook opgaven over wat oudere lesstof én over toekomstige lesstof. De toetsen bevatten wat eenvoudiger opgaves én moeilijke opgaves. Zo kunnen kinderen goed laten zien wat zij in hun mars hebben. Met de Cito-toetsen krijgt de leerkracht goed inzicht in de groei van jouw kind door de jaren heen. En de leerkracht kan het vaardigheidsniveau van jouw kind vergelijken met klasgenoten.
Ons advies: ga met de leerkracht in gesprek. De leerkracht weet waar jouw kind goed en minder goed in is en hoe jouw kind verder kan groeien.

Welke toetsen zijn er?

De toetsen van Cito zijn onafhankelijk en geven een eerlijk en realistisch beeld over de groei van jouw kind. De Cito-toetsen vertellen de leerkracht waar jouw kind goed in is en waar jouw kind zich nog verder in kan ontwikkelen. Alle Cito-toetsen zijn onderdeel van het leerlingvolgsysteem. Ons nieuwste leerlingvolgsysteem heet Leerling in beeld.

Cito heeft toetsen voor basisonderwijs, speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs. Er zijn toetsen voor de verschillende vakken en ontwikkelgebieden. Bijvoorbeeld lezen, spelling, woordenschat, rekenen-wiskunde, Engels. Ook zijn er vragenlijsten over werkhouding, leerhouding en sociaal-emotionele ontwikkeling.

Cito ontwikkelt op dit moment een doorstroomtoets. Deze toets is voor kinderen uit groep 8 van de basisschool. De toets geeft een betrouwbare voorspelling over het vervolgonderwijs dat het beste past bij jouw kind. Deze toets komt in de plaats van de Eindtoets.

Hoe lang moet mijn kind zich concentreren voor een toets?

De meeste Cito-toetsen bestaan uit 2 taken. Scholen kunnen zelf bepalen hoe ze de toets afnemen. Soms doen leerlingen de verschillende taken achter elkaar, soms gebruikt de school meerdere dagen.

In de onderbouw mag jouw kind aan de meeste taken 30 minuten werken, in de bovenbouw meestal 45 minuten. Zolang moet je kind zich dus kunnen concentreren. In de praktijk is dat voor de meeste kinderen goed te doen.

Hoe lees ik de rapportage van Cito?

Ons nieuwste leerlingvolgsysteem heet Leerling in beeld. Leerling in beeld geeft inzicht in de brede ontwikkeling en de groei van jouw kind. Er is aandacht voor lezen, spelling, woordenschat, rekenen-wiskunde en Engels.

Alle informatie over de groei van jouw kind staat overzichtelijk bij elkaar in het Leerlingprofiel. Je kunt dit Leerlingprofiel bespreken met de leerkracht. Bijvoorbeeld tijdens een 10-minutengesprek of een driehoekgesprek.

In het voorbeeld van een Leerlingprofiel zie je welke informatie er allemaal op kan staan en wat de informatie betekent.

Kan ik de toetsgegevens van mijn kind bij Cito opvragen?

Nee, Cito heeft geen toetsgegevens van jouw kind. De school is eigenaar van de toetsgegevens. Alleen de school heeft toegang tot de toetsgegevens. Als jij de gegevens van jouw kind wilt inzien, kun je contact opnemen met de school.

De school kan toetsgegevens bijvoorbeeld delen met haar schoolbestuur. Er wordt dan altijd een verwerkersovereenkomst afgesloten. Daarin staat precies hoe er met vertrouwelijke gegevens wordt omgegaan. Als je hier meer over wilt weten, kun je terecht bij de school van je kind.

Houdt Cito rekening met speciale leerlingen?

Ja. We doen dat op verschillende manieren:
  • Er zijn passende toetsen voor ieder niveau.
  • Er zijn aangepaste toetsen, bijvoorbeeld voor leerlingen met dyslexie, slechtziende leerlingen of leerlingen met gehoorproblemen.
  • Er zijn digitale toetsen. Voor sommige kinderen is dat heel fijn.
Elke toets is natuurlijk toch weer een beetje anders. Om je kind even te laten wennen, begint de toets altijd met een paar voorbeeldvragen. Zo weet je kind beter wat er verwacht wordt.

Is oefenen voor toetsen zinvol?

Wij raden af om te oefenen voor een toets. Het is namelijk belangrijk dat de toets een realistisch beeld geeft van wat jouw kind al weet en kan. De leerkracht gebruikt die informatie om jouw kind verder te helpen. Misschien heeft jouw kind wel wat extra hulp en begeleiding nodig of juist veel extra uitdaging.

Het is wel zinvol om alvast een keer kennis te maken met een toets. De meeste scholen doen dat ook. Daarvoor zijn speciale kennismakingsboekjes en voorbeeldopgaven. Zo weten alle kinderen hoe een toets eruit ziet en wat voor soort vragen erin staan.

Er wordt vaak gezegd: toetsen zijn een afrekenmiddel. Wat vindt Cito daarvan?

Wij zijn het daar helemaal niet mee eens. Wat ons betreft zijn toetsen een hulpmiddel om de ontwikkeling en de groei van kinderen te volgen. Het is niet een middel om kinderen te beoordelen.

De toetsresultaten van verschillende scholen worden nogal eens met elkaar vergeleken. Dat is vaak onterecht. Al was het maar omdat verschillende scholen een verschillende leerlingpopulatie hebben. Die toetsresultaten zeggen dan dus niet zoveel. Om de resultaten te begrijpen, heb je meer informatie nodig. Bijvoorbeeld over de context van de school.
Als twee vergelijkbare scholen heel verschillende toetsresultaten hebben, is dat wel iets om in de gaten te houden.