'Ontwikkeling unieke intelligentietest met normering op leeftijd én op leerjaar'
Mijn visie op de test is altijd dezelfde geweest; de test maak je om naast leervorderingen een beeld van de cognitieve capaciteiten van de leerlingen te hebben. Op basis van leervorderingen zie je het resultaat van het leerproces. De intelligentietest geeft je vervolgens een idee van de cognitieve capaciteiten van de leerlingen. Daar waar de 2 resultaten ver uit elkaar liggen, moet je verder kijken. Zeker wanneer bij een leerling de score op de cognitieve capaciteitentest veel hoger ligt dan de score op de leervorderingentoets. Om een voorbeeld te geven; er zijn 2 leerlingen die net boven gemiddeld scoren op de Cito-volgsysteemtoetsen. Het schooladvies vmbo-t ligt dan het meest voor de hand en havo zou een optie kunnen zijn. De ene leerling scoort vervolgens net onder het gemiddelde op de IQ-test en de ander scoort 20 punten boven het gemiddelde. Voor de eerste leerling lijkt dan vmbo het meest passend. Voor de andere leerling zeker niet. Ondanks zijn gemiddelde leerprestaties, zou havo/vwo toch het best passend zijn én moet er gekeken worden waarom deze leerling onderpresteert.
Indicatie van cognitieve capaciteiten voor álle leerlingen

Psychometristen, psychologen en managers moesten wennen
Helaas was niet iedereen vanaf het begin wild enthousiast over de plannen. De psychometrische specialisten vonden een IQ-test niet meer van deze tijd en vonden leervorderingstoetsen een betere manier om schoolprestaties te voorspellen (wat ook zo is!). De managers bij Cito dachten eerst dat de test de leerlingvolgsysteemtoetsen zou gaan beconcurreren, terwijl het juist bedoeld is ter aanvulling, voor een beter totaalbeeld van een leerling. Als laatste nog de psychologen. Naar hun mening was het afnemen van IQ-testen aan hen voorbehouden. Ik ben het daar niet mee eens.Onderwijsveld test zelf, psychologen doen soms verder onderzoek
Volgens mij kan een intelligentietest prima door het onderwijsveld zelf worden afgenomen en de uitslag gekoppeld worden aan een best passend onderwijsniveau. Tot daar kan het onderwijsveld het prima zelf af. Op het moment dat de uitslag niet overeenkomt met de verwachtingen op basis van de leervorderingstoetsen komt de psycholoog in beeld. Die zal dan mogelijk verder moeten analyseren wat de oorzaak kan zijn van het verschil en een traject uitzetten ter verbetering.Focus op redeneren met woorden, figuren en getallen
Naast een visie, was duidelijk dat we intelligentie zo zuiver mogelijk wilden meten. We wilden niet de producten van intelligentie testen, zoals bijvoorbeeld woordkennis. We wilden intelligentie aan het werk zien en daarom kozen we voor redeneervaardigheden. Redeneren met woorden, figuren en getallen. We wisten uit de literatuur dat het vermogen om te redeneren sterk samenhangt met algemene intelligentie. We besloten om 6 categorieën op te nemen: 2 met woorden, 2 met figuren en 2 met getallen. En we kozen ervoor om 3 categorieën op te nemen waarbij inductief geredeneerd moest worden. Dan creëer je als het ware een theorie. En 3 categorieën waarbij deductief geredeneerd moest worden. Dan test je een bestaande theorie.Betrouwbaarheid en balans in domeinen van de intelligentietest
Voor de ontwikkeling van de IQ-test bepaalden we het aantal opgaven per domein voor een betrouwbare test. Op die manier ontstond een toets van in totaal 110 opgaven. We kozen ervoor om de opgaven te verdelen over 2 toetsboekjes. Elk boekje heeft dan 55 opgaven en kan in 1 lesuur worden gemaakt. De totale toets neemt dan 2 lesuren in beslag. We onderzochten vervolgens hoeveel procent van de leerlingen erin slaagt om een toetsboekje binnen een lesuur af te ronden. Dat bleek rond de 95 procent te zijn. Precies wat we wilden! Om een vergelijking te maken; we willen niet meten hoe snel de auto kan optrekken, we willen weten wat de maximale snelheid is van de auto en dus willen we tijd niet een belangrijke factor laten zijn. Daarmee stond de basis.Uniek: niet alleen normering op leerjaar, maar ook op leeftijd

Wetenschappelijke onderbouwing en positieve Cotan-beoordeling
