Het is maar een momentopname …
Allemaal momentopnames
Ben je zo iemand die graag het woord ‘momentopname’ gebruikt als het om toetsen gaat? Dan heb ik een aantal vragen voor je. Stel dat je bericht krijgt van het Centraal Justitieel Incassobureau dat je op een bepaalde datum op de A10 117 km per uur reed, waar je er maar 100 mag. Zou je dan bezwaar aantekenen met de mededeling dat het ‘maar een momentopname’ is en dat je eigenlijk niet meer dan 100 reed? Of stel dat jouw weegschaal aangeeft dat je 3,5 kilo zwaarder bent dan je eigenlijk zou willen wegen. Eet je daarna nog maar even de hele snoeppot leeg, omdat het toch ‘maar een momentopname’ is en je net zo goed 4 kilo lichter zou kunnen zijn? Of stel, je voelt je niet lekker en de koortsthermometer geeft 39,8 graden Celsius aan. Ga je dan toch meteen de deur uit, omdat het toch ‘maar een momentopname’ is en je dus eigenlijk helemaal geen koorts hoeft te hebben?Een toets is een meetinstrument
Nee natuurlijk niet. Iedereen is er blijkbaar van overtuigd dat die drie meetinstrumenten snel en voldoende nauwkeurig je werkelijke snelheid, gewicht of temperatuur meten. Dus niemand zal van deze meetinstrumenten zeggen dat ze ‘maar’ momentopnames leveren. En ja, daar komt-ie: toetsdeskundigen weten dat een toets óók een meetinstrument is. En dat een goede toets óók nauwkeurig meet. En dat een toetsscore dus óók geen momentopname is!Van goede flitspalen, koortsthermometers of weegschalen is bekend hoe nauwkeurig ze meten. En exact datzelfde geldt voor goede toetsen.
Professionele toetsorganisaties, zoals Cito, brengen uitgebreide verantwoordingen uit waarin die meetnauwkeurigheid – betrouwbaarheid in toetsjargon – vermeld wordt. Sterker nog: er zijn onafhankelijke instanties die de kwaliteit van toetsen gevraagd of ongevraagd beoordelen. Meetnauwkeurigheid is overigens maar één van de vele eisen waar een goede toets aan moet voldoen. Meer informatie daarover is bij de COTAN of RCEC – twee van die onafhankelijke instanties – te vinden.