Direct naar inhoud

'Instroomdiversiteit reguleren met instaptoets medische kennis'

Gertie Brepoels Programmamanager ontwikkel- en expertisecentrum Maastricht UMC+ Academie

De Maastricht UMC+ Academie ontwikkelt onderwijs, opleidingen en trainingen voor zorgprofessionals van het Maastricht UMC+. Het opleidingsaanbod loopt uiteen van medische vervolgopleidingen en opleidingen in de zorg tot en met praktische trainingen in het simulatiecentrum.

Wat was de aanleiding?

Inzicht in kennisniveau is noodzakelijk. Programmanager Gertie Brepoels van het ontwikkel- en expertisecentrum van de Maastricht UMC+ Academie: ‘Onze academie biedt zo’n 12 tal verschillende vervolgopleidingen aan. Dit zijn opleidingstrajecten variërend van één jaar tot maximaal 2 jaar. Verpleegkundigen die een vervolgopleiding volgen komen uit het mbo, hbo of hebben een inservice opleiding achter de rug. Vooral het niveau van kennis van anatomie, pathologie en fysiologie is heel verschillend en vaak onvoldoende. Met gevolg dat docenten het niveau van lessen moeten aanpassen aan het laagste niveau of dat deelnemers vroegtijdig uitvallen. Die uitval is niet alleen voor de studenten zelf ongewenst, maar zeker ook voor het ziekenhuis dat in opleidingen van verpleegkundigen investeert. Om hierop te anticiperen ontwikkelde de Maastricht UMC+ Academie een instaptoets die als een soort van nulmeting de basiskennis anatomie, pathologie en fysiologie van de kandidaat leerling meet. Met deze resultaten kan de student onder eigen verantwoordelijkheid besluiten om zijn basiskennis eerst bij te werken voor de start van de 1ste lesdag.’

Wat was de aanpak?

‘Samen met toetsdeskundigen van Cito heeft de Academie goede en betrouwbare toetsen ontwikkeld. Om daar te komen werd eerst bepaald welke medische kennis minimaal nodig is voor de vervolgopleidingen. De uitkomsten van de inventarisaties werden vastgelegd in een toetsmatrijs. Hierin staan hoe de toetsvragen verdeeld moeten zijn over de verschillende kennisdomeinen. De toetsmatrijs is de basis voor een toets’, legt Gertie uit.

‘Daarna konden de constructeurs met het maken van de toetsvragen aan de slag. Het was niet zo dat Cito ook medische vakinhoudelijke kennis leverde. Die moest toch echt uit ons eigen huis komen, van onze experts van verschillende afdelingen. Cito heeft de projectleiding op zich genomen en leverde de noodzakelijke toetstechnische kennis. De opleidingscoördinatoren van de Academie werden via werkbijeenkomsten bijkomend opgeleid over het toetsconstructie-proces en de voorwaarden om betrouwbare toetsen te maken.’

Wat is het resultaat?

‘Alle vastgestelde toetsvragen uit het project hebben we opgenomen in onze elektronische leeromgeving. We beschikken nu over twee toetsversies, elk bestaande uit zes deeltoetsen die alle domeinen (orgaansystemen) uit de verpleegkundige vervolgopleidingen afdekken. De opleidingen zelf kunnen de instaptoetsen op verschillende momenten op hun eigen locatie afnemen.’

De digitale instaptoetsen van de Academie bestaan uit 90 meerkeuzevragen die aankomende studenten binnen een bepaalde tijd moeten maken. De score geeft een betrouwbaar beeld van het kennisniveau van de student. De toets is formatief, dat wil zeggen dat je er niet voor kunt slagen of zakken. De rapportage van de resultaten geeft inzicht welke domeinen de student wel of niet beheerst en in welke mate. Deze instaptoetsen kunnen op ieder willekeurig moment van de opleiding herhaald worden om de voortgang te monitoren.

Zoeken